Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen ze uitspreiden voor de zon, en voor de maan, en voor het ganse heir des hemels, [2]die zij liefgehad, en die zij gediend, en die zij nagewandeld, en die zij [3]gezocht hebben, en voor dewelke zij zich nedergebogen hebben; [4]zij zullen niet verzameld noch begraven worden; tot mest op den [5]aardbodem zullen zij zijn. 2. Zon, maan, enz. 3. Of, raad gevraagd. 4. De voorzegde beenderen. 5. Hebreeuws, op het aangezicht der aarde; dat is op het open land.